Selecteer een pagina

Schrijven zonder bagage

 

 

 

Laat jouw belemmerende gedachten los

‘Veel plezier met de oefening!’ roep ik.

Ik kijk hoe de deelnemers hun pen en papier pakken en twee-aan-twee aan de slag gaan. Mijn verhaal is blijkbaar duidelijk en ze hebben er zin in. Leuk! Ik loop naar mijn tafel en schenk een kop koffie uit de thermos, even een momentje pauze.

Niet dus!

‘Waarover moeten we elkaar dan interviewen?’ Liesbeth kijkt me vragend aan. ‘En moeten we dan een stukje over elkaar schrijven? Hoe lang moet de tekst zijn?’

Ik check in gedachten mijn uitleg van net. Dit heb ik allemaal verteld. Sterker, op de flap staat duidelijk ’80 à 100 woorden’. Ben ik te snel geweest? Had ik nog een voorbeeld moeten geven? Ik ken mezelf, soms verwacht ik van de deelnemers dat ze aan een half woord genoeg hebben. Toch weet ik zeker dat ik de tijd heb genomen om de opdracht zorgvuldig uit te leggen. Bovendien is iedereen al lekker aan de slag. Hier moet iets anders aan de hand zijn.

Ik zak door mijn knieën, leg mijn onderarmen op de tafel en steun met mijn kin op mijn gevouwen handen. ‘Jij interviewt Suzan over bijvoorbeeld haar hobby. Daarna interviewt Suzan jou over jouw hobby. En als jullie allebei aan de beurt zijn geweest, dan schrijf jij allebei een stukje over de ander.’

‘Maar dan mogen we niet de woorden ‘hebben’, ‘worden’ en ‘zijn’ gebruiken. Dat kan ik niet. Ik klap nu al helemaal dicht.’ Liesbeths wangen zijn rood, haar ogen flitsen heen en weer tussen Suzan en mij en met haar linkerduim en wijsvinger trekt ze hardhandig aan de clip van haar pen. ‘Echt, dat lukt me nooit!’ herhaalt ze nog een keer.

Ai, ik zie de paniek in haar ogen en denk aan het gesprek dat ik pas met een vriend die psycholoog is. Die vertelde hoe belangrijk het is dat mensen zichzelf toestaan om iets niet goed te doen. Wie van zichzelf mag falen, heeft zo veel te winnen. Die heeft namelijk veel meer kans om te leren.

Ik kijk naar Liesbeth. ‘Vind je het belangrijk dat je een goede en leuke tekst schrijft?’

‘Allicht!’ antwoordt ze, terwijl ze de clip weer tegen de pen laat kletsen.

‘Je wilt dus graag presteren?’ vraag ik verder.

‘Ja, maar dat is een probleem, want ik kan helemaal niet schrijven. Ik kreeg vroeger op school altijd een onvoldoende voor opstel schrijven. Daar bakte ik niks van.’

Moeilijke of makkelijke puzzel?

Ik trek mijn stoel naar me toe want mijn knieën beginnen te protesteren. ‘Stel je voor’, zeg ik tegen Liesbeth, ‘er zijn twee jongens in groep 1 die van de juf een puzzel uit de kast mogen kiezen. Er is een kast met makkelijke puzzels en een kast met moeilijke puzzels. De ene jongen is prestatiegericht en de andere jongen is dat niet, die is leergericht. Welke jongen kiest de moeilijke puzzel en welk gaat voor de makkelijke?’

Liesbeth kijkt me niet begrijpend aan.

‘Geen idee, maar ik zou de makkelijke kiezen,’ zegt Suzan. ‘Dan weet ik zeker dat het me lukt om de puzzel te maken.’

‘Oh ja, ik ook!’ weet Liesbeth nu.

‘Precies!’ Ik sla met mijn vlakke hand op tafel. ‘Jullie willen graag presteren, dus doe je het liefst een opdracht waarvan je zeker weet dat je hem perfect kan uitvoeren.’

‘Ja, en?’ Liesbeths geduld raakt op. Ze wil aan de slag en wil alleen maar van mij horen wat ze precies moet doen zodat ze dat goede verhaal kan schrijven. Liesbeth wil net als die knullen uit groep 1 presteren.

Om te groeien moet je knoeien

‘Kun je jezelf vandaag toestaan om fouten te maken? Kun je het accepteren dat je een tekst schrijft die waarschijnlijk niet perfect is? Kun je van de prestatiegerichte modus overschakelen naar de leergerichte modus? Kortom, kun je de bagage van de onvoldoendes voor opstellen schrijven van je af gooien?’

‘Ik denk het wel,’ antwoordt Liesbeth. Ook Suzan knikt van ja.

‘Mooi,’ ik sta op, duw mijn stoel naar achteren en buig voorover: ‘veel plezier met schrijven dan,’ zeg ik glimlachend.

 

Ik schenk alsnog een kop koffie in en kijk naar de mensen in de kamer. Iedereen zit inmiddels te schrijven. Dan loop ik weer langs Liesbeth en Suzan. Ze zitten allebei diep voorover gebogen over hun schrijfblok. Zo te zien, heeft Liesbeth geen last meer van de ballast uit het verleden.

Laat je belemmerende gedachtes gaan

‘Veel plezier met de oefening!’ roep ik.

Ik kijk hoe de deelnemers hun pen en papier pakken en twee-aan-twee aan de slag gaan. Mijn verhaal is blijkbaar duidelijk en ze hebben er zin in. Leuk! Ik loop naar mijn tafel en schenk een kop koffie uit de thermos, even een momentje pauze.

Niet dus!

‘Waarover moeten we elkaar dan interviewen?’ Liesbeth kijkt me vragend aan. ‘En moeten we dan een stukje over elkaar schrijven? Hoe lang moet de tekst zijn?’

Ik check in gedachten mijn uitleg van net. Dit heb ik allemaal verteld. Sterker, op de flap staat duidelijk ’80 à 100 woorden’. Ben ik te snel geweest? Had ik nog een voorbeeld moeten geven? Ik ken mezelf, soms verwacht ik van de deelnemers dat ze aan een half woord genoeg hebben. Toch weet ik zeker dat ik de tijd heb genomen om de opdracht zorgvuldig uit te leggen. Bovendien is iedereen al lekker aan de slag. Hier moet iets anders aan de hand zijn.

Ik zak door mijn knieën, leg mijn onderarmen op de tafel en steun met mijn kin op mijn gevouwen handen. ‘Jij interviewt Suzan over bijvoorbeeld haar hobby. Daarna interviewt Suzan jou over jouw hobby. En als jullie allebei aan de beurt zijn geweest, dan schrijf jij allebei een stukje over de ander.’

‘Maar dan mogen we niet de woorden ‘hebben’, ‘worden’ en ‘zijn’ gebruiken. Dat kan ik niet. Ik klap nu al helemaal dicht.’ Liesbeths wangen zijn rood, haar ogen flitsen heen en weer tussen Suzan en mij en met haar linkerduim en wijsvinger trekt ze hardhandig aan de clip van haar pen. ‘Echt, dat lukt me nooit!’ herhaalt ze nog een keer.

Ai, ik zie de paniek in haar ogen en denk aan het gesprek dat ik pas met een vriend die psycholoog is. Die vertelde hoe belangrijk het is dat mensen zichzelf toestaan om iets niet goed te doen. Wie van zichzelf mag falen, heeft zo veel te winnen. Die heeft namelijk veel meer kans om te leren.

Ik kijk naar Liesbeth. ‘Vind je het belangrijk dat je een goede en leuke tekst schrijft?’

‘Allicht!’ antwoordt ze, terwijl ze de clip weer tegen de pen laat kletsen.

‘Je wilt dus graag presteren?’ vraag ik verder.

‘Ja, maar dat is een probleem, want ik kan helemaal niet schrijven. Ik kreeg vroeger op school altijd een onvoldoende voor opstel schrijven. Daar bakte ik niks van.’

Moeilijke of makkelijke puzzel?
Ik trek mijn stoel naar me toe want mijn knieën beginnen te protesteren. ‘Stel je voor’, zeg ik tegen Liesbeth, ‘er zijn twee jongens in groep 1 die van de juf een puzzel uit de kast mogen kiezen. Er is een kast met makkelijke puzzels en een kast met moeilijke puzzels. De ene jongen is prestatiegericht en de andere jongen is dat niet, die is leergericht. Welke jongen kiest de moeilijke puzzel en welk gaat voor de makkelijke?’

Liesbeth kijkt me niet begrijpend aan.

‘Geen idee, maar ik zou de makkelijke kiezen,’ zegt Suzan. ‘Dan weet ik zeker dat het me lukt om de puzzel te maken.’

‘Oh ja, ik ook!’ weet Liesbeth nu.

‘Precies!’ Ik sla met mijn vlakke hand op tafel. ‘Jullie willen graag presteren, dus doe je het liefst een opdracht waarvan je zeker weet dat je hem perfect kan uitvoeren.’

‘Ja, en?’ Liesbeths geduld raakt op. Ze wil aan de slag en wil alleen maar van mij horen wat ze precies moet doen zodat ze dat goede verhaal kan schrijven. Liesbeth wil net als die knullen uit groep 1 presteren.

Om te groeien moet je knoeien
‘Kun je jezelf vandaag toestaan om fouten te maken? Kun je het accepteren dat je een tekst schrijft die waarschijnlijk niet perfect is? Kun je van de prestatiegerichte modus overschakelen naar de leergerichte modus? Kortom, kun je de bagage van de onvoldoendes voor opstellen schrijven van je af gooien?’

‘Ik denk het wel,’ antwoordt Liesbeth. Ook Suzan knikt van ja.

‘Mooi,’ ik sta op, duw mijn stoel naar achteren en buig voorover: ‘veel plezier met schrijven dan,’ zeg ik glimlachend.

Ik schenk alsnog een kop koffie in en kijk naar de mensen in de kamer. Iedereen zit inmiddels te schrijven. Dan loop ik weer langs Liesbeth en Suzan. Ze zitten allebei diep voorover gebogen over hun schrijfblok. Zo te zien, heeft Liesbeth geen last meer van de ballast uit het verleden.